Winkels, er zijn er duizenden van. De één verrassend, de ander gewoon precies wat je ervan had verwacht. In een viswinkel verwacht je vis, bij een bakker verwacht je brood en in een kledingwinkel verwacht je kleding. Heel gek vind ik het dan ook niet dat ik bij een bezoek aan een feestwinkel een klein feestje verwacht.

Hier in Brabant kent iedereen ze, elk kind groeit ermee op, met name in de periode die wij hier carnaval noemen. Van oorsprong een katholiek feest, maar anno 2017 uitgegroeid tot een feest waar met name drank, dweilbands (nee, er wordt niet gedweild, maar al blazend en trommelend in groepsverband muziek gemaakt), verkleedpartijen, gezelligheid, veel polonaises, dansen en elkaar erg lief vinden centraal staat.

Voor de mensen van boven de rivieren zal ik een kleine uitleg geven als voorbereiding op een bezoek aan een feestwinkel a.k.a. carnavalswinkel.

Feestwinkel: een winkel waar alle artikelen en benodigdheden worden verkocht of verhuurd, met als doel van de gelegenheid één groot feest te maken.
Denk hierbij aan feestneuzen, slingers, clownspakken, scheetkussens, pruiken, toverstokken, schmink, felgekleurde maillots en honderden outfits om je te verkleden als Dracula, de klokkenluider van de Notre Dame, stewardess, alien, badeend of aardbei. Je kan het zo gek niet bedenken.

Je kan je voorstellen dat er in zo’n winkel dan ook veel gelachen wordt, de gekste creaties gepast worden en er een geweldige sfeer hangt. Een feestje is over het algemeen in de meeste gevallen namelijk leuk en gezellig.

Met een missie vertrok ik dan ook onlangs naar één van de bekendste feestwinkels van Breda. De voorpret was al volop aanwezig en in een zeer vrolijke bui stapte ik de winkel binnen. En ja hoor, mijn glimlach werd groter en groter van het zien van de raarste en grappigste creaties.

Echter wist ik niet dat werken in een feestwinkel garant staat voor het ontwikkelen van een nare persoonlijkheid en het creëren van een gezicht dat op onweer staat en geen goedendag terug kan zeggen als je zelf enthousiast goedendag zegt bij binnenkomst.

Ook had ik er echt geen idee van dat werken in een feestwinkel lichamelijk zo ontzettend zwaar is. Zo zwaar, dat als een klant (op dat moment de enige klant in de winkel) vraagt waar een specifiek artikel hangt, het fysiek onmogelijk is om mee te lopen met de klant om even tussen de honderden outfits het gevraagde artikel te laten zien. ‘Die cape hangt boven, in de 3e rij ergens in het midden’.

Dus ik loop dapper de trap op en beland tot mijn verbazing in het paradijs van de verkleedkleding, rijen dik, honderden outfits, nee wel duizenden!
Maar dus ook tientallen rijen, alle kanten uit. Derde rij, ergens in het midden…..ik houd wel van een uitdaging, maar dit was geen doen.
Na zo’n 25 minuten zoeken gaf ik het op en liep terug naar beneden. Met mijn altijd vriendelijkste glimlach vroeg ik of ze het me toch even wilde laten zien.

Alsof ik haar vroeg om de marathon van New York te lopen..…op slippers in een aardbeienpak.

Met veel gesteun ging ze me voor en toverde de cape tevoorschijn. Kennis van zaken had ze dus wel, pluspunt!

Volgende uitdaging, betalen.

Aankomend bij de kassa duurde het even voordat er iemand aangesjokt kwam. Wederom geen goedendag, geen glimlach. Ik kwam tot de conclusie dat dit hun bedrijfspolicy moet zijn: doe onaardig en zorg er vooral voor dat de klanten zich niet welkom voelen. Het is hier geen feestje tenslotte!

Ik vraag of ik kan betalen met credit card. ‘Dit ga ik even navragen’. De man sjokt naar achteren waar ik hem hoor vragen met een zucht; ‘ze wil met credit card betalen, dat kan toch niet?’ Een mannenstem antwoord: ‘dat kan wel, maar ik weet niet hoe het moet, dan moeten we dat uitzoeken, dus liever niet. ‘ De man komt terug naar voren en zegt; ‘nee, er kan hier niet met credit card betaald worden’.

Mijn antwoord: ‘maar ik hoor uw collega zeggen dat het wel kan, maar liever niet?’.
– ‘Ja maar dan moet ik opzoeken hoe dat precies werkt, dus dat gaat niet’.

Ik tel tot tien, adem diep in en adem uit, pak mijn portemonnee en reken cash af.